Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Uw [49]weg en uw handelingen hebben u [50]deze dingen gedaan; dit is uw [51]boosheid, dat [52]het [zo] bitter is, dat het tot aan uw hart raakt. 49. Dat is, uw kwaad wezen en doen; zie Gen.6:12. 50. Veroorzaken al deze plagen. 51. Dat is, de vrucht en het loon uwer boosheid. 52. Anders: daarom is het zo bitter, te weten het lijden dat u naakt. Anders: dat hij [de vijand] zo bitter is, en u naar het leven tracht en uwen staat gans zoekt om te keren. Vergelijk vs.10.